Te snel willen

door

Misschien wel een van de grootste valkuilen van een startende leidinggevende. Stel even voor; je krijgt eindelijk die promotie naar leidinggevende. Ze kijkt al tijden naar anderen en je denkt telkens hoe jij het echt wel anders (en beter) zou doen. En dan krijg je de kans. Hier gaat het vaak al mis. Uit enthousiasme, drive en toewijding duik je als nieuwe leidinggevende direct de nieuwe baan in. Je stroopt jouw mouwen op en springt er ‘head first’ in. Je wordt direct opgeslokt door allerlei dagelijkse dingen, werkt je een slag in de rondte en loopt alle gaten dicht. Dat is nou niet echt leidinggeven. Maar ja, wat doe je als je iets totaal nieuws doet en je weet er eigenlijk weinig vanaf? Precies. Je kijkt naar anderen, je put uit hoe je het zelf niet zou willen en zet standje energie en inzet op 150%. Ondertussen heb je ook al lang een plaatje in het hoofd van hoe een leidinggevende zich ‘moet en hoort’ te gedragen, vaak uit eigen ervaringen. En dan wordt het lastig. Want je acteert richting dat plaatje. En gekopieerd of bedacht gedrag is niet eigen. En laten we vooral niet vergeten dat niet eigen gedrag veel energie kost. Bovenop die 150% inzet.

Een goede voetballer is niet automatisch een goede voetbalcoach. Uitvoeren en aanvoeren zijn 2 totaal verschillende dingen met een totaal ander setje skills. Een aanvoerder moet motiveren, stimuleren, corrigeren, waarderen, communiceren, delegeren en nog zo veel meer. Als aanvoerder is het niet meer van belang wat jij individueel kan of hoe goed jij zelf bent. Het gaat om wat het team kan en doet. Dus de stap maken naar leidinggevende kan zo opwindend klinken, maar die stap niet goed gezet kan ervoor zorgen dat jij na een poosje helemaal klaar bent met mensen en leidinggeven omdat je simpelweg niet voor elkaar krijgt dat mensen doen of gaan waar jij naar toe wil. Geloof, ik heb het vaak genoeg gezien. Wat het wel vraagt? Begeleiding, een nulmeting, reflectie en voorbereiding. Boring, i know. Zeker als je enthousiast aan de nieuwe baan wil beginnen. Maar eerst een interne analyse. Wat vraagt de baan eigenlijk? Welke vaardigheden heb ik ervoor nodig en waarover beschik ik? Wat voor een leidinggevende wil ik zijn? Wat is mijn stijl? Wat zijn mijn kwaliteiten en hoe ga ik die inzetten? En als je dan klaar bent met jouw persoonlijke analyse, dan pas komt de externe focus. Aan wie ga ik leidinggeven? Met wie en wat heb ik te maken? Wat is de historie van deze baan en welke bagage krijg ik ongewild mee van eerdere leidinggevenden? Wat is mijn opdracht, richting of doel? Waar wil ik staan met dit team na een periode x?

Het zijn niet de makkelijkste vragen om jezelf te stellen, dat weet ik. Maar een hele nieuwe discipline leren is dat ook niet. En hoe beter je voorbereiding, hoe makkelijker de uitvoering. Het schilderwerk zit er immers ook zo op als je goed hebt afgeplakt.